CURSUSVERLOOP
Dag 1:
09:00 – 11:00: De anamneses en het onderzoek van de thoracaal zuil en de ribben. Hoe onderzoeken we het sternum. Wat is relevant en niet wat niet. Wat zegt de literatuur ons over de relevantie van de meest gangbare testen uit de manuele geneeskunde? In dit onderdeel zullen we bijzonder veel aandacht besteden aan de neurologie. De aanwezigheid van het orthosympatische autonome zenuwstelsel in de thoracaalzuil is van groot belang in de anamense, het klinisch onderzoek maar zeker ook in de behandeling van de patiënt.
11:15 – 13:00: De neutraal en HVLA MP manipulaties van de thoracaal zuil.
- Mid thoracaal
- Laag thoracaal
- Hoog thoracaal
LUNCH
14:00 – 15:30: Het belang van de neurologie! Het autonoom zenuwstelsel en het belang ervan in de thoraaal zuil. Hier zullen we leren begrijpen wat het verschil is tussen uitstralingspijnen en gerefereerde pijn. Wat is autonoom en wat is bewust? En wat kan en wat kan niet neurologisch refereren / irradiëren?
16:15 – 17:00: De neutraal en HVLA MP manipulaties van de thoracaal zuil.
- Ribben
- Bijzondere technieken voor rib 1 – 2
Dag 2:
09:00 – 11:00: De anamneses en het onderzoek van het schoudercomplex (ttz.: glenohumeraal, acromio-claviculair, scapulothoracaal en sternoclaviculair). Wat is relevant en niet wat niet. Wat zegt de literatuur ons over de relevantie van de meest gangbare testen uit de manuele geneeskunde? Opnieuw zullen we veel belang hechten aan de anamnestiche gegevens te vertalen in medische klinische relevante beelden. Deze zullen we dan klinisch onderzoeken.
11:15 – 13:00: Mobilisatie en manipulatie technieken van:
- Glenohumeralis
- AC
LUNCH
14:00 – 15:30: Mobilisatie en manipulatie technieken van:
- SC
- Scapulothoracaal
16:15 – 17:00: Herhaling van de technieken en klinische inzetbaarheid bespreken adhv enkele casussen. We elaboreren de casus diepgaand. De gekozen technieken dienen fysiologisch, neurologisch en biomechanisch relevantie te hebben in de opbouw van het behandel plan.